Zoals ik al eerder schreef is muziek voor mij meer dan eens ‘smeersel voor de ziel’ geworden. Loepzuivere tunes dansen linea recta mijn frontale kwab binnen. En laten andere kwabjes niet onberoerd. In de prille periode van herstel was het bijna therapeutisch. Muziek bracht emoties op gang die er blijkbaar uit moesten. Noem me een zwever, maar ik kan niet anders concluderen dan dat ik mentaal in een andere ‘state of mind’ lijk te zijn geraakt. Fijngevoeliger afgestemd op prikkels van buiten.
Picture this. Ik zit onder de douche met de douchekop gericht op mijn buik. Compleet radeloos staar ik voor me uit. Hoe lang zou ik deze intense, uitputtende krampen nog kunnen verdragen?
Voor&Na-tijdperk
Muziek liet me die fijngevoeligheid nooit eerder zo hevig voelen als nu. Het is niet eens m’n opzet om hier opnieuw over te beginnen, maar blijkbaar ben ik er nog niet over uitgepraat. Nooit eerder kwam muziek zo hard binnen als nu. Zo kon het zomaar gebeuren dat een songtekstje als “each life its rain must fall” knopjes van m’n ziel indrukt.